En zo begon het…

In de jaren zeventig ben ik steeds meer gaan handwerken. Ja, de traditionele vrouwelijke handwerken. Op de school waar ik werkte hadden we een handwerkjuf, die aan alle meisjes les gaf. Het personeel besloot om ook de jongens hier aan deel te laten nemen, een stukje emancipatie van de man. Om een goed voorbeeld te geven wilden wij, de mannelijke leerkrachten, hier aan mee doen. Zo startte in de zeventiger jaren het handwerkonderwijs aan onze school voor jongens en meisjes en de heren onderwijzers deden mee! Mijn vrouw deed de opleiding Naaldsierkunst, de vroegere NS-acte. Zij leerde alle technieken op het handwerkvak en ik deed mee! Ik haakte en breide, ik weefde, ook op een getouw, ik leerde kruissteken borduren en dit kussen met allelei Palestijnse motieven was het reslutaat:

dsc020891

 

 

 

 

 

 

 

Ik deed zelfs  tuledoorstopwerk.  Ik heb ook  thuis een soort  cursus  kantklossen gedaan om  het  kloskussen van Loes, mijn  vrouw. Ergens heb ik nog alle  gemaakte voorbeelden.

Maar  de echte grote klap kwam in  1982. Ik werd ziek, werd geopereerd en ik bleek een Non-Hodgekin te hebben, een vorm van klierkanker. Bij de bestraling en de chemokuren kon ik even niet meer lezen, de pagina’s warrelden voor mijn ogen, ik kon mij niet concentreren op de tekst. Om toch bezig te zijn ben ik weer gaan borduren en Loes leerde me ook breien. Zo heb ik in 1982 uit het boekje over de handwerken van het eiland Marken een wit-op-wit-lap geborduurd, dradenuitgetrokken en sneewerk gedaan. Ik ben daar nog steeds trots op, want het is een spectaculaire lap, gemaakt voordat het  in Nederland een modeverschijnsel werd, eind negentiger jaren.

dsc02092

 

dsc02093

 

 

 

 

 

 

dsc020951

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ik moest stoppen met het onderwijs vanwege een verlamde stemband, wij verhuisden naar de Gers in Zuid-West Frankrijk en daar instaleerden we ons in een fijn boerderijtje, zicht op de Pyreneën en vaak mooi weer, maar niet altijd. De seizoenen bestaan hier gelukkig ook, alleen is de winter vaak korter en de lente en herfst vrij lang.

Annemieke, een vriendin van ons, ook een NS’er, wilde graag in een groepje Nederlanders in Zuid-West Frankrijk samen allerlei handwerktechnieken gaan doen, wat ze frotten noemde. We deden o.a. mattelassé, een oude Engelse merklap, gewone kruissteeklappen, Hedebo, Perzisch ajour en later ook patchwork.

dsc02097

 

 

 

 

 

 

 

Toen enkele jaren terug vroeg ze of we mee wilden doen aan een groep patchworkers en quilters met Engelsen uit de buurt. Dus begon ik ook te patchworken en te quilten.

Ik ben de enige man van deze twee groepen en er werd eerst even vreemd gekeken. Maar nu zijn de meesten er aan gewend en worden er geen vervelende opmerkingen meer over gemaakt. Het lijkt me leuk om wat meer over mijn werk te vertellen en te laten zien, vandaar dat ik aan deze weblog ben begonnen…